Olle kwam die avond stil en bleek binnen, na een middag buitenspelen. Er hing iets zwaars in de lucht. “Wat is er aan de hand?”, vroeg ik voorzichtig. “Heb je ruzie gehad?” Maar Olle, die nog maar tien jaar oud is, viel uitgeput op de bank.
Zijn stem trilde toen hij zei: “De lieve buurman van de hoek, die altijd in zijn tuin werkt… hij gaat morgen dood.” Die woorden sneden door de stilte van de kamer, en mijn hart zonk.
Een aangrijpend nieuws
Ik nam plaats naast hem, legde mijn hand geruststellend op zijn schouder en vroeg zacht: “Richard? Hoe weet je dat?” Met een broze stem antwoordde Olle: “Ik heb hem net gedag gezegd. Hij is bevriend met de ouders van Sam, en die zaten daar in de tuin met tranen in hun ogen. Morgen wordt hij ingeslapen. Dat wil hij zelf.” De woorden bleven hangen in de lucht, alsof ze te zwaar waren om echt te begrijpen.
Ik slikte, zoekend naar de juiste woorden. “Richard is al een tijdje ziek”, legde ik uit, terwijl een brok in mijn keel groeide. “Hij heeft al lange tijd kanker. Misschien vond hij dat het genoeg was.” Olle keek me aan, de tranen stroomden over zijn wangen.
“Maar het is zo oneerlijk,” huilde hij. “Hij was de liefste buurman van de buurt. Hij zwaaide altijd vrolijk, hij groette iedereen. Waarom moet juist hij doodgaan?”
De kracht van vriendelijkheid
“Misschien,” zei ik, “was hij juist zo lief omdat hij het leven beter begreep dan de rest van ons. Misschien wist hij hoe belangrijk het is om altijd vriendelijk te zijn. Of misschien is hij dat gewoon altijd al geweest, wie zal het zeggen? Maar nee, het leven is niet eerlijk.” Het bleef even stil.
Olle kroop tegen me aan, zijn schouders schokkend van het snikken. Ik voelde mijn eigen tranen opkomen. “Ik ga hem zo missen, die ene lieve man,” zei Olle. “Hij glimlachte zelfs nog in de tuin, terwijl hij wist dat hij morgen zou sterven.”
De tranen kwamen nu met volle kracht. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Misschien voelde hij zich opgelucht? Misschien was hij klaar voor het einde? Ik wist het niet. Wat ik wel wist, was dat zijn glimlach voor altijd in mijn herinnering gegrift zou staan.
Een herinnering voor altijd
“Weet je,” zei ik na een tijdje, “misschien kunnen we hem altijd levend houden door hem als ons voorbeeld te zien. Door net zo vriendelijk voor anderen te zijn als hij altijd was. Misschien moeten we allemaal een beetje meer zoals Richard worden.”
Olle knikte, nog steeds verdrietig maar enigszins getroost. Mijn man, die inmiddels naast ons was komen zitten, had ook een idee. “Wat als we elk jaar een Richard-dag houden?” stelde hij voor. “Een dag waarop we iets liefs doen voor iemand in de buurt, in zijn naam?” Olle knikte weer. Dat leek hem wel wat.
Een zware ochtend
De volgende ochtend begon voor ons allemaal met een zwaar hart. Toen we later die dag langs Richards huis fietsten, voelde ik de pijn opnieuw. “Dankjewel voor je mooie levensles”, fluisterde ik, terwijl ik mijn hand opstak voor een laatste groet. Ik hoopte dat hij, waar hij nu ook was, gelukkig was en zijn grootste glimlach ooit droeg.
Hoe zou jij omgaan met het verlies van een dierbare buurman? Laat het ons weten in de reacties op Facebook.