Oorzaken van de variërende vakantiegelduitkering
De reden voor deze variatie in vakantiegeld is te vinden in belastingtechnische aspecten. Van Leeuwerden, expert in wet- en regelgeving bij ADP, legt uit dat onder andere het verrekeningspercentage hier een rol in speelt. “De heffingskortingen zijn namelijk inkomensafhankelijk.”
Daarnaast is het afbouwpercentage voor de arbeidskorting dit jaar 6,51 procent, wat hoger is dan de 5,86 procent van vorig jaar. “Dit jaar moet je dus langer rekening houden met het verrekeningspercentage. Dit komt bovenop het tarief van 49,50 procent. Dat is de reden dat werknemers die drie keer modaal verdienen in 2023 nu minder overhouden van hun vakantiegeld dan in 2022”, zegt Van Leeuwerden.
Individueel keuzebudget en fiscale overwegingen
ADP merkt op dat steeds meer mensen een individueel keuzebudget (IKB) of persoonlijk keuzebudget (PKB) hebben. Werknemers kunnen dan zelf bepalen wat ze met het geld doen en wanneer het wordt uitbetaald. Is het fiscaal gezien slim om dit, net als vakantiegeld, in één keer te laten uitbetalen?
Volgens Van Leeuwerden maakt het qua belastingen niet veel verschil. “Als je het hele spaarpotje in één keer laat uitkeren, ben je uiteindelijk net zoveel belasting verschuldigd als wanneer je vakantiegeld krijgt.”
Een voordeel van een IKB is wel dat een werkgever bepaalde zaken onbelast kan vergoeden, zoals een opleiding of een fiets. Je kunt ervoor kiezen om geld uit het keuzebudget hieraan te besteden en het bespaarde geld apart te zetten